Apparaten koppelen
U kunt uw apparaat met een compatibel apparaat koppelen om de volgende
Bluetooth-verbindingen tussen de apparaten sneller te maken. Voordat u apparaten
koppelt, moet u een eigen code (1 tot 16 cijfers) maken en afspreken met de eigenaar
van het andere apparaat dat deze dezelfde code gebruikt. Apparaten zonder
gebruikersinterface hebben een in de fabriek ingestelde toegangscode. Het
wachtwoord wordt slechts eenmaal gebruikt.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Bluetooth
.
1 Open het tabblad Gekoppelde apparaten.
2 Selecteer
Opties
>
Nw gekoppeld apparaat
. Apparaten die binnen het bereik
vallen worden weergegeven.
3 Selecteer het apparaat.
4 Voer de toegangscode op beide apparaten in.
Met wordt in de apparaatzoekweergave een gekoppeld apparaat aangeduid.
Na het koppelen met een accessoire verbinden
Selecteer het audioapparaat en selecteer in het pop-upmenu
Verb. met
audioapparaat
. Sommige audioaccessoires worden na het koppelen automatisch
met uw apparaat verbonden.
Een apparaat als geautoriseerd instellen
Selecteer
Geautoriseerd
. Verbindingen tussen uw apparaat en het geautoriseerde
apparaat kunnen worden gemaakt zonder dat u het weet. Gebruik deze uitsluitend
voor uw eigen apparatuur, zoals uw compatibele headset of pc, of voor apparaten die
96
Connectiviteit
toebehoren aan iemand die u vertrouwt. verwijst naar geautoriseerde apparatuur
in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Koppeling met een apparaat annuleren
Selecteer het apparaat en selecteer in het pop-upmenu
Verwijderen
.
Alle koppelingen annuleren
Selecteer
Opties
>
Alle verwijderen
.