WLAN-instellingen
In de instellingen voor het draadloos LAN (WLAN) kunt u opgeven of het WLAN-
symbool wordt weergegeven wanneer een netwerk beschikbaar is en hoe dikwijls het
netwerk wordt gescand. U kunt ook opgeven of en hoe de internetconnectiviteitstest
wordt uitgevoerd, en geavanceerde WLAN-instellingen weergeven.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Wireless LAN
>
Opties
>
Instellingen
.
weergeven wanneer een WLAN beschikbaar is
Selecteer
Beschkbrhd WLAN tonen
>
Ja
.
Instellen hoe dikwijls het apparaat naar een beschikbaar WLAN zoekt
Selecteer
Beschkbrhd WLAN tonen
>
Ja
en
Zoeken naar netwerken
.
Connectiviteit
89
Instellingen voor internetcapaciteitstest opgeven
Selecteer
Internetverbindingstest
en geef op of u de test automatisch, na
bevestiging of nooit wilt uitvoeren. Als de connectiviteitstest is geslaagd, is het
toegangspunt opgeslagen in de lijst met internetbestemmingen.
Geavanceerde instellingen weergeven
Selecteer
Opties
>
Geavanc. instellingen
.
U wordt geadviseerd de geavanceerde WLAN-instellingen niet te wijzigen.