Het kompas gebruiken
Als het kompas is geactiveerd, draait zowel de pijl van het kompas als de kaart
automatisch in de richting waarnaar de bovenkant van de telefoon wijst.
Selecteer
Menu
>
Kaarten
en
Kaart
.
Het kompas activeren
Selecteer .
Het kompas deactiveren
Selecteer opnieuw. De kaart is naar het noorden gericht.
Het kompas is actief als het groen is. Als het kompas moet worden gekalibreerd, is
het rood.
Het kompas kalibreren
Draai de telefoon rond totdat deze piept of trilt.
Kaarten
81
De nauwkeurigheid van het kompas is beperkt. Elektromagnetische velden, metalen
objecten of andere externe omstandigheden kunnen de nauwkeurigheid van het
kompas nadelig beïnvloeden. Het kompas moet altijd goed worden geijkt.